Hormoonbehandelingen
Wanneer je erg veel last van klachten hebt tijdens de overgang kun je voor hormoonbehandelingen kiezen. Deze zijn echter niet voor iedereen geschikt en kunnen de kans op bepaalde ziektes verhogen.
Welk middel geschikt is hangt van een aantal factoren af te weten: welke klachten u precies heeft, of u uw laatste menstruatie al gehad heeft en of u andere aandoeningen heeft zoals bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, migraine, vleesbomen of een allergie.
Het duurt meestal drie maanden voor hormonen voor de overgang goed hun werk doen. Geef het dus even de tijd als je hormonen gaat gebruiken.
Hormonen bij klachten van de vagina
Heeft u alleen last van klachten van de vagina? Dan kunt u kiezen voor een crème of pil die u in uw vagina moet inbrengen. Dit maakt de klachten als irritatie, jeuk en minder vocht minder. Het helpt soms ook tegen een droge vagina.
Er zijn twee soorten medicijnen die vaak gebruikt worden bij klachten van de vagina tijdens de overgang. Meestal begint u met estriol in de vagina . Als dit niet goed helpt, kunt u estradiol in de vagina proberen. Estriol en estradiol zijn twee soorten van het vrouwelijke hormoon oestrogeen.
Deze crèmes en pillen helpen door de lage dosis hormonen niet tegen andere klachten van de overgang zoals bijvoorbeeld opvliegers of nachtelijk zweten.
Hormonen bij opvliegers
Middelen met estradiol kunnen helpen tegen opvliegers. Estradiol is een vrouwelijk hormoon. Het zorgt ervoor dat u minder opvliegers krijgt en dat de opvliegers minder heftig zijn. Klachten van de vagina worden er vaak ook minder door.
Estradiol geeft wel iets meer kans op baarmoederkanker. Daarom krijgt u er een hormoon bij dat daartegen beschermt. Dit is het hormoon progestageen. Er zijn verschillende soorten progestageen.
Als uw baarmoeder is weggehaald, dan heeft u geen kans op baarmoederkanker. U krijgt daarom een middel met alleen estradiol. Dit middel maakt ook uw kans op borstkanker iets kleiner. Estradiol is ook verkrijgbaar in sprays en pleisters.
De middelen beschermen overigens niet tegen zwangerschap. Tot een jaar na uw laatste menstruatie moet u daarom ook een voorbehoedsmiddel gebruiken, zoals bijvoorbeeld condooms.
Bijwerkingen en risico’s bij gebruik hormonen tijdens de overgang
Pillen en crèmes voor gebruik alleen in de vagina geven bijna nooit overgevoelige reacties. U kunt ze veilig een paar jaar gebruiken. Ze geven geen risico’s voor uw gezondheid.
Pillen, pleister en/of sprays met estradiol en een progestageen kunnen wel bijwerkingen geven:
- In de eerste maanden houdt uw lichaam soms meer vocht vast. U kunt dan last hebben van gevoelige borsten, hoofdpijn en misselijkheid.
- U kunt (weer) bloed verliezen. Dit verschilt per persoon en per soort pil.
- U heeft iets meer kans op klonten bloed in een bloedvat. Dit heet trombose. De kans is echter heel klein.
- U heeft iets meer kans op een beroerte. De kans is echter heel klein. De kans neemt echter toe als u rookt of als u een hoge bloeddruk of te hoog cholesterol heeft.
- Ongeveer 10 van de 100 vrouwen van 50 jaar of ouder krijgt borstkanker, zonder dat ze hormonen gebruiken. Bij gebruik van hormoonpillen kan de kans op borstkanker bij gebruik langer dan vijf jaar iets toenemen.
Als u stopt met de pillen nemen de risico’s langzaam weer af. Na twee jaar is de kans op ziektes weer hetzelfde als voordat u hormonen gebruikte.
Als u geen baarmoeder meer heeft, gebruikt u er geen progestageen bij. Uw kans op borstkanker kan dan zelfs iets kleiner worden.
De pil beter niet gebruiken tijdens de overgang
De anticonceptiepil beschermt tegen zwangerschap en kan helpen tegen veel bloedverlies. In de overgang kunt u de pil beter niet slikken. Artsen raden dat af. In de pil zit namelijk een sterk soort vrouwelijk hormoon (ethinylestradiol). De kans op trombose en borstkanker is daarom bij de pil veel groter dan bij hormonen voor de overgang. Vooral als u de pil slikt boven uw 52ste levensjaar of als u hem langer dan 10 jaar slikt boven uw 40ste.
Geen hormonen
Sommige vrouwen mogen geen hormonen gebruiken. Bijvoorbeeld als u borstkanker heeft of heeft gehad of als u vleesbomen heeft. Of als u al 10 jaar niet meer ongesteld bent geweest. U zult dan, in overleg met uw arts, voor een andere behandeling moeten kiezen om uw klachten de verminderen. Dit kan bijvoorbeeld door antidepressiva, natuurlijke middelen, ondersteuning door een praktijkondersteuner van de huisartspraktijk etc.
Klik hier voor meer alternatieve behandelingen.
Bovenstaande informatie is met zorg samengesteld middels diverse (online) bronnen. Wij adviseren u echter altijd advies aan uw eigen huisarts of gynaecoloog te vragen.